Je hebt binnenkort een afspraak bij een psycholoog. Bij een psycholoog komen kinderen met allerlei soorten problemen, zoals bang zijn, moeilijk vrienden kunnen maken, vaak verdrietig zijn, veel ruzie maken of boos zijn, niet goed kunnen opletten of stilzitten in de klas, iets vervelends hebben meegemaakt of zich veel zorgen maken. Een psycholoog praat met kinderen en ouders en denkt mee hoe jij geholpen kan worden bij de problemen die jij hebt. Dat gebeurt door goed naar jou en je ouders te luisteren en aan jullie uitleg en tips te geven.
Eerst kom je samen met je ouders bij ons in de praktijk, we zullen dan kennismaken. Er worden dan vragen aan jou en aan je ouders gesteld, de vragen gaan over jou. Bijvoorbeeld waar je woont, waar je op school zit en wat je leuk vindt om in je vrije tijd te doen. Er wordt ook gevraagd waarom je bij de praktijk bent gekomen, waar je last van hebt of waar anderen zich zorgen over maken. Er wordt gevraagd naar dingen die je voelt en denkt, over wat je graag anders zou willen en wat je lastig vindt. Er wordt ook aan je ouders gevraagd wat zij aan jou merken.
Je zult daarna een aantal keer naar de praktijk komen om te praten, tekenen, schrijven, spelen, testjes en/of oefeningen te doen. Soms kom je samen met je ouders en soms kom je alleen. Het is van tevoren vaak nog niet precies duidelijk hoe vaak je naar de praktijk zult komen. We spreken altijd af dat als het weer goed genoeg gaat met jou en je ouders, dat we dan weer stoppen met de gesprekken.
Als je naar de praktijk komt, is het de bedoeling dat jij en je ouders steeds beter gaan begrijpen hoe het nou komt dat jij ergens last van hebt. We geven veel uitleg en tips. Je wordt tijdens de gesprekken geholpen om ook zelf oplossingen of trucs te bedenken zodat jij minder last hebt van de problemen waarvoor je bent gekomen. Je zal vaak oefeningen mee naar huis krijgen, bijvoorbeeld om de trucs die je hebt geleerd uit te gaan proberen. Zo kan je zelf kijken of de truc ook voor jou goed werkt. Als je iets vaak oefent, word je er vanzelf beter in. En dat voelt vaak heel prettig!
Er zijn kinderen die zich afvragen of ze gek zijn en daarom naar een kinderpsycholoog gaan. Dat is niet zo. Sommige kinderen hebben gewoon meer last van dingen dan andere kinderen. Of ze merken beter dat ze ergens last van hebben. Of ze maken meer moeilijke dingen mee.
Het is eigenlijk heel knap dat je naar een psycholoog gaat. Want dat betekent dat jij om hulp durft te vragen omdat je graag wilt dat het beter met je gaat. Dat is sterk. Er gaan trouwens veel meer kinderen naar een psycholoog dan je zou denken. Want veel mensen vertellen dat gewoon niet. Terwijl het niet iets is om je over te schamen.
Misschien vind je het fijn om te weten dat de dingen die je bij de praktijk vertelt, niet worden doorverteld. Jij vertelt dingen in vertrouwen en bij de praktijk houden we die dingen geheim. Dat heet beroepsgeheim. Psychologen mogen nooit zonder dat jij dat goed vindt dingen die jij hebt verteld aan andere kinderen of volwassenen doorgeven. Er is wel één grote uitzondering. Als een psycholoog te weten komt dat jijzelf, of iemand anders, in groot gevaar verkeert, dan is zij verplicht te helpen. Als een psycholoog denkt dat het van levensbelang is, mag zij, en moet zij vertrouwelijke informatie bekend maken. Maar alleen aan mensen die het gevaar kunnen wegnemen. In de praktijk zal het altijd tegen jou gezegd worden als dit wordt gedaan.